Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat zij veranderd zou worden gelijk [32]zegelleem, en [33]zij gesteld worden als een kleed? 32. Hebreeuws, het leem des zegels; dat is, waar het zegel ingedrukt wordt. De zin is, gelijk het leem van zichzelven geen bijzonderen vorm of gedaante heeft, maar wel als een zegel daarin gedrukt is; alzo is de aarde des nachts zonder gedaante en vorm door de duisternis, maar des daags door het licht der zon verandert zij, tonende verscheidene gestaltenissen van de dingen, die daarop zijn. 33. Te weten, de schepselen, die op de aarde zijn en dezelve als een kleed bedekken en versieren. Anders, en zij gesteld worden als met een kleed [bedekt]; verstaande dit van de goddelozen, van welken in vs.13 gesproken is, die voor het gericht gesteld worden, waar hun hun proces gemaakt wordt. De misdadigers plachten hier vroeger met een kleed overdekt te worden; Esth.7:8. Anders, gesteld worden; dat is, verhinderd in hun boosheid voort te varen, alsof hun handen en voeten in een kleed gewonden waren.